Vandaag kwam ik een raar stukje huiswerk tegen. 15 zinnen waar mijn jongste zoon het onderwerp in moet ontrafelen. Maar de zinnen zijn nogal bizar. 9 van de 15 zijn ronduit negatief, deprimerend en confronterend. De andere 6 zijn een vreemd soort neutrale observaties.
Wat voorbeelden:
- De au pair van mijn tante is van de trap gevallen
- Waarom doe jij niet je best op school?
- Mijn opa van mijn moeders kant is overleden
- Zijn je vader en moeder al gescheiden?
De juffen en meesters van de school ervaar ik als gepassioneerd en oprechte mensen. Daarnaast wordt door het systeem alles gecheckt, gewogen, gemeten, getest in processen vast gelegd. Niets lijkt aan het toeval overgelaten te worden en toch kan dit deprimerend stukje huiswerk er doorheen glippen.
Nu is dit niet wereldschokkend maar vraag me wel af wat de persoon dacht toen hij/zijn dit maakte. Maar het kan nog erger. En toen ik de juf vanochtend vroeg hoe zoiets nu kan liet ze me spontaan een stukje Cito zien wat heel dicht in de buurt komt van het racistische en stigmatiserende wat in het maatschappijleer boek stond. Auw.
Als onderwijzer blijkt het dus erg belangrijk om altijd eerst te lezen wat je je leerlingen voor gaat leggen. Je kan er niet op vertrouwen dat het zowel inhoudelijk als technisch door de beugel kan. En uit het stuk van Meester Bart blijkt het ook niet direct makkelijk om het op te lossen naast het overslaan van de stof.
Waar gehakt wordt vallen spaanders, niet erg. Hoort erbij. Het wordt pas erg en eng als je er niemand op mag of kan aanspreken en de schijn wordt opgehouden dat het allemaal goed is. En daar heeft het instituut onderwijs nog wel een stevig handje van.
0