De afgelopen weken was ik in Noorwegen op camper vakantie na een liefdevolle uitnodiging van mijn ouders. Zes jaar geleden ook gedaan en waarschijnlijk is dit de laatste keer dat mijn kinderen en hun kleinkinderen samen op vakantie gaan omdat mijn zoons een dusdanige leeftijd bereiken dat ze hun eigen plannen maken.
Het noorden van Noorwegen hadden we in 2009 bezocht en dat was zeer goed bevallen en nu gingen we samen het zuiden doorkruisen.
Dit keer was voor mij het contrast veel groter. Zes jaar geleden genoot ik van de ruwe schoonheid deze keer had ik een cultuurschok. Natuur heeft zich in Nederland maar te voegen naar de behoefte van de mens. Opgeknipt in handige niet in de weg zittende, economisch neutrale postzegelgrootte en groene stroken. Onze fijnmazige infrastructuur is slechts beperkt door landeigenaarschap. Lekker efficient met zo min mogelijk bochtenwerk. Dit alles ook nog eens voorzien van nauwelijks extreme weertypes.
Hoe anders is dat in Noorwegen. Daar is de mens veroordeeld tot het in cultuur brengen van postzegelgrootte grond. En dan vaak nog op stevige hellingen en met veel kunst en vliegwerk. De rest wordt dwingend opgeëist door de natuur. Overal kolkend water, bergen, stijle hellingen. Infrastructuur moeten de natuur volgen. Niets efficiëntie. Elke meter asfalt, tunnel of brug is veroverd en is continue in gevecht met de elementen. Een andere wereld om in op te groeien, te leven. De natuur maakt de mens. Wow.
1