De afgelopen jaren hebben we ons mond vol van disruptieve start-ups en hoe belangrijk die wel niet zijn voor onze economie. En hoe alle klassieke bedrijven het nakijken zullen hebben en uitsterven.
Maar hoe doen we dat dan in het publieke domein? Waar zijn onze maatschappelijke start-ups? En dan bedoel ik niet bedrijven met een maatschappelijke en sociale component, maar de werkelijk op de samenleving georiënteerde disruptieve start-ups?
Misschien zie ik ze niet, maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat ze er niet echt zijn. Geen wonder dat de door ons geconstrueerde samenleving stug is, moeilijk beweegt of überhaupt niet in beweging komt.
Samenleving 2.0 ontstaat niet door Samenleving 1.0 beetje op te poetsen en verrotte delen te vervangen. Dan houd je nog steeds hetzelfde denkraam. Samenleving 2.0 is niet een renovatie 1 maar op z’n minst een radicale sanering 2. Weg met de uniformiteit, op naar de natuurlijke diversiteit. Was historisch ook zo. Zoals Estland dat nu op technologisch gebied doet, zouden andere landen dat op vele andere gebieden moeten doen. En binnen die landen zouden weer autonome steden en gemeenten dit moeten kunnen doen. De status-quo dient uitgedaagd te worden in elk facet. Van moraal, ethiek en de effectiviteit van het overheidsapparaat. En experimenten zouden omarmt moeten worden.
Want laten we wel wezen, de huidige samenleving is één groot sociaal experiment dus waarom er daar maar één van hebben en net doen of het er geen is? De manier waarop we onszelf hebben georganiseerd en samenleven is niet uitontwikkeld. Democratie in zijn huidige vorm is geen uitkristallisering van jaren. Is niet het beste wat er ooit kan zijn. Het is een tijdsmoment geweest waar we op hebben doorgeborduurd. Vanuit de context van toen. Het heeft een uiterst dunne relatie met vandaag en in mijn optiek geen enkele met morgen.
We krijgen nu gelukkig een handvol mini-experimenten met het basisinkomen. Maar waarom niet 200 of 200x zo groot? Waarom niet nog 1000 andere experimenten op andere gebieden zoals onderwijs en zorg? Waarom zijn we niet verschillende democratische modellen aan het uitproberen? Wat houdt ons tegen? Waar zijn we bang voor?
Waarom vieren we dit soort initiatieven binnen het bedrijfsleven en de economie, maar maken we dit praktisch onmogelijk in het publieke domein? Door dit niet te doen zijn we alleen maar bezig met de shit opruimen van gisteren, de waan van vandaag en de taken van morgen. En laten we de kansen voor een geweldige toekomst liggen.
Waarom zijn we er van overtuigd dat als een bedrijf niet innoveert het gedoemd is ten onder te gaan, maar trekken we die lijn niet door naar onze eigen samenleving ondanks dat we alle signalen krijgen dat we op die (snel)weg zitten?
Tijd voor autonome vrije gebieden binnen landen, steden, gemeenten waar het werkelijk anders gaat. Waar we alternatieven kunnen ervaren zonder de restricties van wat is. Zonder het dominante raamwerk. Op een schaal die ertoe doet. Laten we met Amsterdam beginnen, die is tenslotte al uitgeroepen tot Europese hoofdstad van innovatie. En laten we alsjeblieft daar niet stoppen maar nog even stevig doortrekken.
Liesbeth van Tongeren (GroenLinks) hield tijdens het event “Free Money society” een pleidooi 3 voor veel en betekenisvolle experimenten om de samenleving beter, duurzamer en toekomstbestendig te maken. Een hoopvolle voorbode?
Is een soort van vragenvuur geworden :), heb je antwoorden dan hoor ik ze natuurlijk graag.
0zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [reno’va(t)si] Verbuigingen: renovatie|s (meerv.) het grondig opknappen↩
zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [sa’nerɪŋ, sɑ’nerɪŋ] Verbuigingen: sanering|en (meerv.) 1) het zuiver of gezond maken Voorbeelden: ‘de sanering van de overheidsfinanciën’, ‘de sanering van waterbodems’↩
vanaf 50 min in de video↩