Vroeger waren de instituten de bronnen van vertrouwen. Denk aan de kerk, de overheid, politieke partij, je favoriete krant en in zekere zin bedrijven (banken) en je werkklasse. Maar die tijd is voorbij. 85% van de mensen geeft aan het vertrouwen daarin te hebben opgegeven.
Sander Duivestein betoogd dat mensen nu hun vertrouwen in hun netwerk leggen. Niet zo raar natuurlijk want die instituten waren natuurlijk ook netwerken. Maar nu dus zelf georganiseerd, vaak meerdere en tegenwoordig aangestuurd door algoritmes.
We hebben het de hele tijd over waarheid en hoe daar mee gespeeld wordt maar uiteindelijk is dit een symptoom van het gebrek aan vertrouwen.
Nu beginnen we in te zien dat institutioneel vertrouwen niet langer werkt in het digitale tijdperk. Technologie zelf is niet disruptief, maar de disruptie zit in een nieuw maatschappelijk concept omtrent vertrouwen. Technologie verandert de sociale lijm van de maatschappij. Disruptie is dus niet het probleem, maar het symptoom van een ziekte die al langer binnen bedrijven, instituten en overheden de kop op steekt. “Vertrouwen gaat niet langer van de top naar de basis. Het wordt ontbundeld en omgedraaid. Het is niet langer ondoorzichtig en lineair. Een nieuw recept voor vertrouwen krijgt vorm: het wordt opnieuw toegekend tussen personen en is gebaseerd op verantwoording.” Het netwerk is de vertrouwde partij.
Gedistribueerd vertrouwen verklaart waarom we dus zo doorslaan in het ‘liken’ van alles en iedereen. Op deze manier proberen we zin en onzin van elkaar te onderscheiden. Identiteit en reputatie spelen in de digitale economie wat dat betreft een steeds belangrijkere rol. Maar ook identiteit en reputatie zijn online nog geen dichtgetimmerde concepten. In het posttruth-tijdperk is het veel te makkelijk om je als iemand anders voor te doen.
Het hele verhaal op Medium: klik!
0