Mijn hart is voller dan ooit. Vol met liefde en verdriet. Een welput die bij het minste en geringste overloopt.
De liefde gevoed door een geborgen liefdevolle jeugd, het geluk van het vaderschap, liefdevolle mensen om mij heen, ouder worden en het leven zelf.
Het verdriet omdat we als mensheid ons thuis (de aarde) vernietigen, uitbuiten, exploiteren en vervuilen. En alles wat er met ons leeft, willens en wetens met uitsterven bedreigen.
De liefde groeit, maakt warm en verlies intenser. Het doet mijn hart bij het minste en geringste uitbarsten en mijn ogen veranderen in een tranendal.
Ik gun alles wat leeft een toekomst. Waarom komen we als mensheid zo tot bezinning?
16