‘In de crisis bleek Vadertje Staat onze belangrijkste reddingsboei’
Tim Fransen – 23 oktober 2020 – link
Onlangs las ik het nieuwe boek van rockster-filosoof Michael Sandel: The Tyranny of Merit. De hoofdmoot is een aanklacht tegen de meritocratie, het maatschappelijke ideaal dat mensen beloond worden – met geld, erkenning, goede banen – naar hun verdiensten (merites). Dit ideaal speelt winnaars en verliezers tegen elkaar uit, betoogt Sandel.
Sandel maakt korte metten met deze ‘meritocratische verwaandheid’. Ten eerste is het een kwestie van pech en geluk welke talenten we toebedeeld krijgen. Ten tweede is het een kwestie van pech en geluk in welke mate onze samenleving die talenten waardeert. … In plaats van verwaandheid, past de ‘winnaars’ eerder een houding van dankbaarheid en nederigheid.
De meritocratische verwaandheid van winnaars is niet alleen ongegrond, zij is vooral schadelijk voor het sociale weefsel van de maatschappij. Het geloof van de winnaars dat ze hun succes aan niemand anders te danken hebben dan zichzelf en daarom ook niemand iets verschuldigd zijn, ondermijnt elke basis voor solidariteit.
Een betere herinnering aan het belang en de kwetsbaarheid van de publieke zaak dan de coronacrisis krijgen we niet. Tijdens deze crisis is Vadertje Staat de belangrijkste reddingsboei gebleken. Het is de staat die niet alleen het zorgsysteem financiert, maar die ook de essentiële noodsteun levert aan ondernemingen, theaters, mensen zonder werk. Die steun komt uit onze collectieve pot met geld. Tegelijkertijd blijven multinationals en superrijken erin slagen hun winsten en vermogens weg te sluizen, een flagrante onrechtvaardigheid die altijd al onacceptabel was, maar door de coronacrisis helemaal onverteerbaar is geworden. In essentie is dit de de ultieme ondermijning van the common good. Want als het de rijksten en grote bedrijven is toegestaan om wel van alle maatschappelijke voorzieningen te profiteren – de infrastructuur, de rechtsorde, goed opgeleide werknemers – zonder er zelf een fatsoenlijke bijdrage aan te leven, waarom zou dan niet iedereen er zo’n instelling op nahouden?
In dit land is liberalisme (dat meritocratie als geloofsovertuiging heeft) al decennia aan de macht. Dus geen wonder dat in de loop van mijn leven het gemeenschappelijk goed slechts een schim is van haar vroegere zelf. Het is kapot bezuinigd.
In 2020 heeft de grootste rechtse VVD moeten breken met deze modus operandi om de samenleving drijvende te houden.
Maar gaan we er nu werkelijk iets van leren en eindelijk het gemeenschappelijke goed weer zien als de basis van alles? Wordt natuur, biodiversiteit, klimaat, gelijkheid, gemeenschapszin, solidariteit en dus afhankelijkheid weer de primaire waarden? Gaan we inzien dat dat al het andere mogelijk maakt?
Natuurlijk niet. We blijven ons kop in het zand steken en geloven in het meritocratische sprookje waar de winnaars geloven dat hun verworven positie volledig hun eigen verdienste is en de rest lozers zijn. En waar de “losers” zich door de rijken een wortel laten voorhouden dat ze ooit winnaars zullen worden, om zo heerlijk tegen elkaar uit te worden gespeeld.
1
Ik heb het boek op mijn lijst gezet en ben benieuwd.
Dank je wel voor het delen Erik.
Helemaal eens hiermee:
“Ten eerste is het een kwestie van pech en geluk welke talenten we toebedeeld krijgen. Ten tweede is het een kwestie van pech en geluk in welke mate onze samenleving die talenten waardeert. … In plaats van verwaandheid, past de ‘winnaars’ eerder een houding van dankbaarheid en nederigheid.”